Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [67]Ik ben den draken een broeder geworden, en een metgezel der [68]jonge struisen. 67. De zin is dat hij met deze beesten te vergelijken was, ten aanzien van het droevig geschrei, hetwelk hij maakte; want dezen beesten is een ijselijk gehuil toegeschreven; Micha 1:8. De woorden broeder en metgezel betekenen hier een, die met iets ten zekeren aanzien te vergelijken is. Zie Gen.49:5, en Spreuk.18:9, en de aantekening. 68. Hebreeuws, dochteren der struisen. Alzo Lev.11:16. Vergelijk Lev.1:14.